Intelligentietesten

Er bestaan veel soorten intelligentietesten. Maar wat meet een intelligentietest? Welke intelligentietesten kan je onderscheiden? Welke worden vaak gebruikt en wat is het verschil met een IQ test?

 

Wat meet een intelligentietest?

“Intelligentie is wat een intelligentietest meet.” Deze uitspraak deed de Amerikaanse psycholoog Edwin Boring (1886 – 1968). Boring wilde met deze uitspraak zijn collega’s vooral stimuleren om goed te onderzoeken wat intelligentie nu inhoudt en hoe je dit het beste kunt meten. Vandaag de dag kun je stellen dat je met een intelligentietest probeert een uitspraak te doen over iemands intelligentie. De mate waarin je deze uitspraak kunt doen, hangt weer af van het soort intelligentietest.

 

Soorten intelligentietesten

Er zijn twee stromingen binnen de psychologie over intelligentie en intelligentietesten. De ene stroming, die van de meervoudige intelligentie, zegt dat je op veel verschillende manier intelligent kunt zijn. Iemands intelligentie is dus niet uit te drukken in een enkel getal. De andere stroming, die van de enkelvoudige intelligentie, zegt dat intelligentie niet op te knippen is meerdere stukjes en dat je met een enkelvoudige intelligentietest wel uitspraak kunt doen over iemands intelligentie.

 

Enkelvoudige intelligentie en de enkelvoudige intelligentietest

Het idee van enkelvoudige intelligentie is begin vorige eeuw ontstaan na onderzoek van Spearman. Hij ontdekte dat leerlingen die in het ene vak hoog scoorde, vaak ook hoog scoorden in andere vakken. Dus iemand die goed is in rekenen, is over het algemeen ook beter in natuurkunde en aardrijkskunde. Kennelijk is er volgens Spearman een onderliggende reden dat dit verband vrijwel altijd positief is. Hij noemde dit de g factor, waarbij g staat voor ‘general ‘. Volgens deze theorie moet het dus ook mogelijk zijn om met een enkele test iemands intelligentie te meten.

 

Meervoudige intelligentie

Er zijn echter ook psychologen die het niet eens met de theorie van enkelvoudige intelligentie. Een van de bekendste tegenstanders van deze theorie is de Amerikaanse Psycholoog Howard Gardner. In 1983 introduceerde hij de meervoudige intelligentie theorie. Hij stelde dat er in plaats van een enkele g factor er meer onafhankelijke vormen van intelligentie bestaan. In zijn model maakt hij onderscheid tussen acht vormen van intelligentie. Zoals muzikale, verbale en mathematische intelligentie. Volgens Gardner is het niet mogelijk om in een enkel getal een uitspraak te doen over iemands intelligentie.

 

Welke intelligentietest is nu de beste?

Volgens Barelds en Dijkstra* is er tot op de dag van vandaag “slechts geringe overeenstemming over de specifieke cognitieve vaardigheden waaruit het concept intelligentie zou bestaan.” Met andere woorden. Psychologen kunnen het er niet over eens worden wat intelligentie exact inhoudt en hoe je dit bij iemand kunt vaststellen. Er is dus ook geen beste intelligentietest. ‘De intelligentietest’ bestaat dus ook niet.

 

Vaak gebruikte intelligentietesten

Tijdens je opleiding

Kan je nu zeggen dat bij het vaststellen van iemands intelligentie vooral gebruikt wordt gemaakt van de theorie van meervoudige of enkelvoudige intelligentie? Het antwoord hierop is nee. Op de lagere school heeft de Eindtoets bijvoorbeeld veel weg van een enkelvoudige intelligentietest voor een kind. Er wordt dan een uitspraak gedaan over het intelligentieniveau van een kind in termen van de geschiktheid van het kind voor lager, middelbaar of hoger onderwijs.

Eenmaal op de middelbare school moeten leerlingen weer een keuze maken, zoals de profielkeuze. Kinderen die goed zijn in exacte vakken zullen eerder een profielkeuze maken die voorsorteert op een technische of medische opleiding. Op deze manier wordt er dan een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten intelligenties.

Na de middelbare school moet je bij sommige opleidingen een soort toelatingsexamen maken. Bij kunstacademies moet je bijvoorbeeld door middel van opdrachten aantonen dat je over de juiste creativiteit beschikt. Volgens Gardner ook een vorm van intelligentie.

Heb je om de een of andere reden je opleiding niet kunnen afmaken en wil je toch een opleiding op hbo-niveau gaan volgen, dan moet je een 21 plus toets maken. Deze stelt vast of je over het werk- en denkniveau van een gemiddelde hbo’er. Deze toets heeft dan weer veel weg van een enkelvoudige intelligentietest.

 

Intelligentietesten na je opleiding

Eenmaal klaar met de opleiding krijgt iedereen wel een keer te maken met een assessment. Een vast onderdeel van bijna ieder assessment is een intelligentietest. Sommige werkgevers selecteren vooral op bepaalde vormen van intelligentie. Voor de functie van een programmeur zal je bij een assessment over het algemeen andere intelligentietesten moeten maken dan voor de functie van bijvoorbeeld een verkoper. Waarbij men vooral op zoek zal zijn naar iemand die over de juiste sociale vaardigheden beschikt. Maar er zijn genoeg assessments die de werkgever gebruikt om de slimste kandidaat te selecteren.

Kortom. In de praktijk worden er veel verschillende soorten intelligentietesten gebruikt. De ene keer selecteert een werkgever iemand op zijn of haar algemene intelligentieniveau. Al zal dat vaak nooit zo benoemd worden. De andere keer is een werkgever vooral op zoek naar mensen met een bepaald soort intelligentie. Het aanbod van het soort IQ testen waarmee je een bepaalde vorm van intelligentie kunt meten, is daarbij zeer groot en divers.

 

Wat is het verschil tussen een IQ test en een intelligentietest?

Zowel een IQ test als een intelligentietest proberen iemands intelligentie te meten. Een IQ test drukt je score dus uit door middel van een intelligentie coëfficiënt (IQ). Bij een intelligentietest word je score vaak uitgelegd in termen als zeer goed, bovengemiddeld of door middel van een percentage. Maar een intelligentietest kan ook alleen aangeven hoeveel vragen je goed en fout had. Bij assessments wordt een intelligentie test vaak een cognitieve capaciteitentest genoemd.

 

* Bartels en Dijkstra (2016). Inleiding in de persoonlijkheidspsychologie. Amsterdam: Boom uitgevers